Dieptewerking
Een foto is en blijft een tweedimensionaal beeld en lijken platter en minder aansprekend als toen je de foto maakte. Dat wij diepte zien komt door de werking van onze hersenen. Doordat elk oog net iets anders tegen de wereld aankijkt, kunnen onze hersenen een driedimensionaal plaatje samenstellen. Toch zijn er meer redenen waarom wij diepte zien. Er zijn talrijke signalen die wij vaak onbewust opvangen en die helpen om alles in perspectief te zien. Als je begrijpt hoe dit werkt, kun je hiervan gebruikmaken. Deze signalen zijn: lijnen, herhaling en verhoudingen.
Lijnen
Bij een eerste blik op een foto zal ongemerkt onze ogen een denkbeeldige X-lijn volgen. Als je dit weet kun je hier handig gebruik van maken door diagonale lijnen in je foto te verwerken. Diagonale lijnen zorgen immers voor dieptewerking. Mensen letten op lijnen in een landschap; ze gaan ergens heen en leiden ergens naartoe. Zoek dus actief naar lijnen in je compositie die de kijker naar het hoofdobject in je foto leiden.
Herhaling
Denk aan de molens van Kinderdijk, op een rij langs de vaart. Telkens komen de molens terug. Dit is bij talloze objecten waar te nemen: wolkenpartijen, bomen langs de weg, huizen, etc. Door de herhaling van een één en dezelfde voorwerp/object ontstaat een dieptewerking. Dit komt omdat het hoofdobject steeds terugkomt en dichterbij elkaar lijkt te komen staan.
Verhoudingen
De molens van Kinderdijk zijn een geliefd onderwerp om te fotograferen. Met name de vijf molens langs de vaart. Dit levert altijd een foto met dieptegevoel op. In de eerste plaats door de lijnen van de vaart. Maar dit wordt versterkt door de molens langs de waterkant. Deze lijken steeds kleiner te worden. Toch weten we dat de molens even groot moeten zijn. Dit signaal gaat naar onze hersenen en die signaleren dat er dus sprake van diepte moet zijn omdat de achterste molen kleiner lijkt dat de voorste (terwijl ze toch even groot zijn).
